Zorgenkinderen
Bij vele ouders bestaat gemoedsonrust over de zelfredzaamheid van hun ‘zorgenkind’, eenmaal het de leeftijd van achttien en dus de meerderjarigheid zal hebben bereikt, omdat er geen pasklare oplossingen bestaan om de kwetsbaarheid van hun kind op te vangen. Er zijn met name juridische bekommernissen over de persoonlijke en patrimoniale belangen van hun zorgenkinderen, in het bijzonder voor de periode waarin zij er niet meer zullen zijn. De Koning Boudewijnstichting heeft daarom een project opgezet rond zorgstrategieën voor de toekomst die ouders met een zorgenkind zouden kunnen volgen. Met dit doel voor ogen wordt de ruimst mogelijke definitie van het begrip “zorgenkinderen” gehanteerd. Het gaat om alle personen die na hun meerderjarigheid niet in staat zijn tot een adequate belangenbehartiging, wegens (een combinatie van) fysieke, psychische of sociale functiebeperkingen. Dit werk detecteert de juridische bekommernissen van ouders (verzorgingsprobleem, bestuursprobleem, erfopvolging, zelfbescherming van de ouders,…). Het ontleedt de huidige stand van het recht met betrekking tot zorgenkinderen (onbekwaamheid, erfrecht, sociaal en fiscaal recht). Het geeft een overzicht van de strategieën die ouders in dat verband kunnen volgen bij de planning van hun vermogen en dat van hun zorgenkinderen. Per soort bekommernis, worden oplossingen aangereikt die de juridische of financiële raadgever kan inzetten in zijn advies. Zo komen o.a. aan bod: het fideïcommis de residuo, globale oplossing: inbreng van het vermogen in een controlestructuur (burgerlijke maatschap - stichting - fonds op naam)....) Dit werk is in hoofdzaak bestemd voor vrederechters, notarissen, advocaten en andere juridische of financiële professionals. Het biedt hen een eerste handreiking om de vragen van hun cliënten te beantwoorden en kan ook een handvat zijn voor outreachment.