Jacques van Groenendael (Nunhem 1864-Breda 1932)
Jacques van Groenendael (Nunhem 1864-Breda 1932) kan worden beschouwd als een bouwmeester-exponent van het ‘Rijke Roomsche Leven’, gezien zijn vijftig jaar durende carrière in de ‘katholieke bouw’, lopend van 1881 tot aan zijn dood in 1932. Aanvankelijk als aannemer, maar vervolgens vooral als architect. Zijn architectenoeuvre bestond, naast villa’s en een omvangrijke woonwijk, voornamelijk uit katholieke kerken, kloosters en andere ‘gestichten’. Vele van de door hem ontworpen nog bestaande gebouwen zijn nu een rijks- of gemeentelijk monument. Naast stijlpluriformiteit in zijn ontwerpen, bracht hij zijn veelzijdigheid tevens tot uiting in andere activiteiten: oprichter van een stoomtimmerfabriek voor kerk- en schoolmeubilair, exploitant van een bruinkool-ontginningsmaatschappij, oprichter/exploitant van een modelboerderij, medeoprichter van de eerste Bredase katholieke woningbouwcorporatie en gemeenteraadslid. Bovendien acteerde hij in heel Nederland (van Limburg tot Groningen, van Hilversum tot Zeeuws-Vlaanderen) in een tijd dat dit vanwege beperkte infrastructuur niet gemakkelijk was, totdat hij in 1907 in Breda neerstreek en West-Brabant zijn werkregio werd. Hij is tamelijk onbekend gebleven, wellicht omdat hij, behalve enige ontwerptekeningen vanaf 1919, geen archief naliet. Maar er is genoeg reden om Jacques van Groenendael, over wie nauwelijks iets gepubliceerd is, middels deze monografie aan de vergetelheid te onttrekken.